ChromArt is een conservatie-restauratieatelier waarin Nele Yperman en Toon Van Campenhout werkzaam zijn. Beide volgden de opleiding conservatie/restauratie aan de Hogeschool Antwerpen en behaalde hun meestergraad in de specialisatie polychromie (Nele in 2005 en Toon in 2004). Na zijn opleiding deed Toon een vervolmakingsstage aan het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (K.I.K.) te Brussel.
ChromArt is gespecialiseerd in het behandelen van beschilderd beeldhouwwerk. Naast het onderzoeken en restaureren van gepolychromeerde objecten voor voornamelijk musea en kerkbesturen hebben ze zich de afgelopen jaren ook toegelegd op kleurenonderzoek van afwerkingslagen (stratigrafisch onderzoek) van gebouwen en interieurelementen. Mede door de interesse voor digitale technieken hebben ze gaandeweg een aantal vaardigheden ontwikkeld, waarmee onderzoekstechnieken door visualisatie bruikbare werkinstrumenten worden voor architecten en erfgoedzorgers. ChromArt handelt bij elke opdracht volgens de deontologische regels die alle leden van de Beroepsvereniging voor Conservators-Restaurateurs van Kunstvoorwerpen (BRK-APROA) onderschrijven.
De beroepsvereniging hanteert de ethische code van European Confederation of Conservators- Restorers' Organizations (E.C.C.O.) die geformuleerd staan in de E.C.C.O. Professional Guidelines.
Dit document geldt als belangrijkste referentie voor het beroep als restaurator en ligt aan de basis van verscheidene Europese charters en manifesten, zoals het Document van Pavia, het FULCO-rapport en het APEL-project.
De voornaamste principes hiervan zijn:
-Het principe van de reversibiliteit:
Een conservatie-restauratiebehandeling moet in principe omkeerbaar zijn. De conservator-restaurator gebruikt alleen producten materialen en technieken die het cultureel erfgoed niet beschadigen en die specifiek voor dit doel gemaakt zijn. Zijn interventie mag latere behandelingen en onderzoeken op geen enkele manier belemmeren.
-Ingreep tot het minimum beperken:
De conservator-restaurator respecteert het unieke karakter van het kunstwerk, de oorspronkelijke materialen en hun natuurlijke veroudering. Hij beperkt zijn ingreep dus tot het strikte minimum. Conservatie-restauratie mag niet verward worden met vernieuwing of reconstructie. Al te veel werken werden in het verleden te zwaar aangepakt: overdreven reiniging, decapering van sculpturen en meubilair, ondeskundige aanpak van historische interieurs.
-Herkenbare interventies:
In dezelfde optiek van respect voor de integriteit van het kunstwerk, moet elke ingreep of toevoeging herkenbaar zijn met het blote oog of met behulp van onderzoeksmethodes.